In dertig maanden ontwikkelt het onderzoeksteam samen met cliënten en fysiotherapeuten het web-based instrument LARS. Meer kennis wordt verkregen over de voorkeuren en verwachtingen van de eindgebruikers en de bruikbaarheid en haalbaarheid van LARS in de praktijk. LARS is toegankelijk voor cliënten die op zoek zijn naar antwoorden op hun vragen over de beste behandeling bij rugpijn. LARS wordt ingezet bij fysiotherapeuten aangesloten bij het Keurmerk Fysiotherapie en wordt onderdeel van het onderwijs bij opleiding fysiotherapie.
LARS zal ontwikkeld worden via co-design groepen die bestaan uit cliënten, fysiotherapeuten, (ICT-) deskundigen en studenten. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een beproefde methode voor het ontwikkelen van eHealth: de CeHRes Roadmap. Samen met gebruikers worden de visies en voorkeuren over de factoren die het behandelsucces beïnvloeden bepaald. Zo wordt in co-creatie bepaald hoe LARS eruit moet zien om de tool bruikbaar en toepasbaar te maken in de praktijk.
Chronische lage rugpijn is wereldwijd een groot sociaal-maatschappelijk probleem waarbij diverse behandelvormen met wisselend succes worden ingezet. Eerder onderzoek laat zien dat het succes van fysiotherapiebehandelingen toeneemt, als er rekening wordt gehouden met individuele factoren zoals de duur en intensiteit van de klacht en de aanwezigheid van angst. Vooral als je deze factoren koppelt aan verschillende behandelstrategieën. Deze nieuwe kennis kan de fysiotherapeut en de cliënt met lage rugpijn helpen in het samen maken van een keuze voor de juiste fysiotherapeutische zorg. Daarmee wordt de kans van slagen van de behandeling groter.
LARS helpt bij het kiezen van de meest passende fysiotherapiebehandeling door de voordelen en nadelen van elke behandeling op een rij te zetten. Zo kan een cliënt zich goed voorbereiden op het gesprek bij de fysiotherapeut.
LARS maakt de juiste zorg op de juiste plek mogelijk en draagt zo bij aan goede fysiotherapeutische zorg voor cliënten.
In co-creatie (samen met cliënten met chronische lage rugpijn en fysiotherapeuten) ontwikkelen van een web-based instrument LARS dat toepasbaar en bruikbaar is in de eerstelijnspraktijk voor cliënten en fysiotherapeuten.
In de verschillende fases van het project worden studenten van Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Utrecht actief betrokken bij het project.
De studenten gaan op verschillende manieren informatie ophalen bij zowel fysiotherapeuten, cliënten en ICT-deskundigen. Daarnaast werken de studenten mee aan de ontwikkeling en het bepalen van de mate van toepasbaarheid en haalbaarheid van LARS als digitale keuzehulpmiddel binnen de dagelijkse praktijk. Het doen van literatuuronderzoek, organiseren van groepsbijeenkomsten en meehelpen om de gegevens te verwerken behoort tot de taken van de studenten. Hierbij ontvangen de studenten en docent-onderzoekers gerichte trainingen ter ondersteuning.
In september 2021 starten studenten van Hogeschool Rotterdam binnen de minor ‘Wetenschap en Gezondheidszorg’. Vanaf februari 2022 participeren derdejaars studenten binnen projectonderwijs.
