Diabetes Mellitus type II (DM-II) is een veelvoorkomende chronische aandoening. Fysieke activiteit heeft aantoonbaar invloed op zowel het ontstaan als het beloop en de complicaties van de aandoening. Fysieke activiteit is een belangrijk onderdeel van een gezonde leefstijl en verkleint het risico op DM-II door normalisering van de bloedsuikerspiegel en het voorkomen van overgewicht. Ondanks herhaalde aandacht voor gezond beweeggedrag in de ketenzorg in de eerstelijnszorg, valt de meerderheid van de cliënten met DM-II binnen 6 tot 12 maanden weer terug onder de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB).
Bij begeleiding naar gezond beweeggedrag is het beleid om uit te gaan van de NNGB. Naast het belang van gezond beweeggedrag, zijn er recente aanwijzingen voor verhoogde gezondheidsrisico’s van veel sedentair gedrag (zitgedrag). Sedentair gedrag omvat zittende en (half)liggende activiteiten waarbij het energieverbruik laag is (metabool equivalent <1,5) met uitzondering van slapen. Hoewel de eerste aanwijzingen uit onderzoek zijn dat deze verhoogde gezondheidsrisico’s pas kunnen worden verlaagd met matige tot intensieve fysieke activiteit gedurende een veel langere periode dan de NNGB, kunnen hierover nog geen adviezen worden gegeven.
Doel van het promotieonderzoek is dan ook
- om inzicht te geven in factoren die van invloed zijn op langdurig verminderd sedentair gedrag in samenhang met beweeggedrag bij cliënten met DM-II en
- welke implicaties dit heeft voor het handelen van de zorgprofessional. Focus ligt hierbij op factoren die beïnvloedbaar zijn binnen de begeleiding van cliënten voor de zorgprofessional
Door middel van onder meer cohortstudie en kwalitatief onderzoek wordt in kaart gebracht welke factoren van belang zijn voor het realiseren en behouden van verminderd sedentair gedrag en bevordering van gezond beweeggedrag voor mensen met DM-II. Daarnaast wordt onderzocht wat de implicaties van deze kennis zijn voor de werkwijze en competenties voor de hbo-zorgprofessional. Dit leidt tot ontwikkeling van een scholing die getest zal worden.
Binnen verschillende minors en afstudeerstages worden studenten betrokken bij het onderzoek. Resultaten van de verschillende artikelen worden geïmplementeerd binnen de verschillende gezondheidsstudies binnen het Instituut voor Gezondheidszorg (IVG) van Hogeschool Rotterdam.